Groeien is een noodzaak?

Groeien is een noodzaak?

Melkveebedrijven groeien om hun totale cashflow op niveau te houden. Maar de cashflow per liter FPCM (4% vet en 3,3% eiwit) loopt jaar op jaar wat terug, oorzaak hiervan zijn de stijgende kosten bij een melkprijs die niet evenredig mee stijgt. Daarnaast intensiveert de sector wat extra voeraankoop, mestafzet-, en arbeidskosten met zich meebrengt. Hoe anticipeer je hierop als melkveebedrijf?

 

 

Cashflow per liter loopt terug

Wat zien we in de Liba-boekhouding?

Cashflow is het geld beschikbaar om kapitaal mee af te lossen, om privé-uitgaven te bekostigen, om belasting en sociale lasten te betalen, om te investeren met eigen middelen in het bedrijf of om te reserveren. Onderstaande grafiek geeft de cashflow per liter weer in verhoudingsgetallen t.o.v. 2001. Hierin is duidelijk te zien dat de cashflow per liter terugloopt op het gemiddelde melkveebedrijf. De trendlijn geeft een daling van 40% aan op 15 jaar.

 

De oorzaak voor de dalende cashflow per liter is de stijgende kostenstructuur van melkveebedrijven. De kosten van een melkveebedrijf zien we jaarlijks stijgen met +/- 3%, terwijl de melkopbrengsten niet evenredig oplopen. Daarnaast worden bedrijven intensiever, wat meer aankoop van input betekent zoals voer, mestafzet en arbeid.

 

Herinner je je 2009 nog, een slecht jaar in de melkveehouderij. En nu in 2017, het jaar met een goede melkprijs, ligt de cashflow per liter maar net boven het niveau van 2009.  De economische duurzaamheid van bedrijven die niet groeien en van onvoldoende omvang zijn, komt in het gedrang door de steeds hoger wordende kosten. Na de bar slechte jaren 2015 en 2016 is het voor dit type bedrijven moeilijk om in 2017 over een goed jaar te spreken.

 

 

 

 

Hoe kun je als melkveehouder inspelen op of omgaan met een dalende cashflow per liter:

 

  • Groeien met extra rendement door meer melk te produceren en de totale cashflow minstens op peil houden.
    Houd hierbij in het achterhoofd dat je het evenwicht bewaart tussen je productiefactoren: arbeid, kapitaal, land, productierechten en management.
    Veelal zien we mogelijkheid tot groei bij sterke technische kengetallen bij de koeien en op het land, een lage schuldgraad en hoge arbeidsefficiëntie.

    Het gemiddelde Liba-bedrijf groeide tussen 2006 en 2016 8,5% per jaar (zie figuur 2).

 

  • De Nederlandse melkveehouderij zit in een spagaat. Men moeten groeien om de stijgende kosten te blijven dekken, maar fosfaatrechten maken deze groei waarschijnlijk duur.
  • Optimaliseren van de huidige situatie en het verdunnen van de vaste lasten:
    • Saldo per koe verhogen door hogere melkproductie, sterker veemanagement of lagere variabele kosten.
    • Stallen (over)bezetten met behoud van technische resultaten.
    • Meer koeien houden in je bestaande gebouwen: waar is er nog plaats op het bedrijf voor extra dieren?
    • Een bedrijfsplan kan je hierin ondersteunen:
      De Vlaamse landbouwers kunnen via Kratos een gratis Liba bedrijfsplan laten opstellen.